Wortelpeterselie (Peterseliewortel)

Wortelpeterselie  (= peterseliewortel  = knolpeterselie) Petroselinum crispum tuberosum
Gewone wortelpeterselie

(circa 15 – 20 centimeter lang)


Gebruik:

Wortelpeterselie kan rauw gegeten worden (bijvoorbeeld geraspt in salades) maar wordt meestal gekookt. 

Vooral in Duitsland, Oostenrijk, Hongarije en Rusland is wortelpeterselie populair, als groente maar ook in soep en stoofpotten.

Peterseliewortel (het blad niet) kan – meestal alleen in grote hoeveelheden – schadelijk zijn voor mensen met nierproblemen.

Soorten:

Gewone peterseliewortel is langwerpig,  maar er zijn ook kortere, bolle soorten. 


Koopinfo:

De wortels moeten stevig aanvoelen. Wortelpeterselie met fris blad er nog aan is een garantie voor versheid.


Smaak:

Een beetje nootachtig en naar peterselie en selderij.


Bewaren:

Enkele dagen tot een week in een vochtige doek of losjes verpakt in een plastic zak in de groentelade van de koelkast.


Verkrijgbaar:

Vaak alleen daar waar ook biologische groenten verkocht worden. De grootste aanvoer is in het najaar en de winter.


Herkomst:

Nederland.


Schoonmaken:

Snijd het blad van de wortels af en bewaar het

Schil de wortels met een dunschiller of schrap ze (=met een mes er – onder de stromende koude kraan – een laagje af schrapen).

Het blad kan net zo als bladpeterselie gebruikt woorden, zie daarvoor: Peterselie (klik hier)


Vervanging:

Knolselderij.