Mini koekhuisjes

BOUWPLAN VOOR  4 huisjes

TIP:

Mini koekhuisjes maken en versieren is een leuk project voor de kerstvakantie en levert gegarandeerd urenlang plezier op (voor jong en oud). 

De huisjes worden gedecoreerd op een bordje omdat ze dan makkelijk gedraaid kunnen worden. Tip: Na het drogen zitten ze er vaak aan vast.  Als het servies met de kerstdagen niet gemist kan worden (of niet bij de huisjes past) ga dan van te voren met  ‘bouwers’ naar een kringloopwinkel en laat ze daar zelf een bordje uitkiezen.

INFO:  

Nadat de huisjes in elkaar geplakt zijn duurt het een tijdje tot ze stevig zijn. Maak de huisjes daarom tijdig – op z’n laatst een dag voordat ze gedecoreerd worden – dan kan er weinig mis gaan.

De huisjes blijven in een droge omgeving (weken-, soms maanden-) lang goed en zijn eetbaar.

De ‘cement’ (voor het plakken) en de glazuur – die voor de huisjes gebruikt wordt – is veilig (hij bevat geen rauw eiwit dat salmonella kan bevatten). Er kan dus tijdens het ‘werk’ zonder gevolgen van gesnoept worden. Hij plakt goed en wordt niet snel hard. Er is dus alle tijd om rustig te werken.

LET OP:

Klein materiaal (zoals decoratiekraaltjes en dergelijke) is niet geschikt voor jonge kinderen, ze eten er van en kunnen er in stikken.

De werktafel wordt een klein slagveld, een plastic tafelkleed is vaak een goed idee . . .


Dag 1: De huisjes maken:

Maak voor elk huisje eerst een bouwpakket:

Voor elk huisje zijn 7 koekjes nodig: 2 voor het dak, 4 voor de wanden en 1 voor de bodem .

De koekjes voor de zijwanden komen rechtop met de lange kant ‘op de grond’ naast het bodemkoekje te staan. Ze blijven heel, net als de koekjes voor het dak en de bodem.

De koekjes voor de voor en achterkant van het huisje komen rechtop, op de korte kant te staan. Van deze koekjes moeten schuine stukjes afgesneden worden voor het dak.

De 2 koekjes voor de voor en achterkant  passen straks alleen tussen de zijwanden als ze boven op op het bodemkoekje worden gezet.

Ze komen dus hoger te staan als de zijwanden, het verschil is de dikte van een koekje. Leg – om de maat voor het schuine dak te nemen – de koekjes even naast elkaar zoals hieronder te zien is:

Snijd twee koekjes aan beide kanten schuin af (zoals hierboven te zien is), maak ze aan de bovenkant niet precies puntig, maar laat in het midden een stukje staan anders wordt de dakhelling erg flauw.

Tips:

  • Gebruik voor het snijden een scherp mes (geen kartelmes). Houd het vlak op de volle lengte die gesneden moet worden. Duw niet te hard.

  • De open driehoekjes boven in de nok kunnen later makkelijk dichtgesmeerd worden met ‘cement’.

Het plakken:

Tips vooraf:

Houd er rekening mee dat de huisjes een uur na het in elkaar zetten pas stevig genoeg zijn om voorzichtig te verplaatsen.

Organiseer een paar extra handen of zoek steunpilaren (geschikt zijn kleine potjes van bijvoorbeeld kruiden of decoratiemateriaal).

Doe niet zuinig met de cement, de koekjes zijn geribbeld en meestal ook niet helemaal recht (het te veel dat tussen de kieren uitkomt is ‘sneeuw’ )

Kijk – voordat de cement aangebracht wordt – steeds even waar de koekjes komen en plak ze met de opdruk naar binnen aan de huisjes (tenzij u de fabrikant van de koekjes bent en er reclame voor wil maken).

Aan de slag:

Maak – om voortijdig hard worden te voorkomen – een kleine portie cement. Zie voor de bereiding de Info bij de benodigdheden, hiernaast, in de linker kolom).

Leg voor de bodem een koekje – met de opdruk naar boven – op een vel plastic huishoudfolie.

Smeer (met een mes of een theelepeltje) – voor een zijwand – een rand cement aan de lange kant van een koekje.  Zet de zijwand naast het bodemkoekje en plak het er tegen aan. Let op:  De zijwand komt dus ‘op de grond’ te staan (zie zo nodig de rechtse foto, hierboven.)

Laat iemand de zijwand even vasthouden of laat ‘m iets naar buiten leunen tegen een ‘steunpilaar’.

Plak de andere zijwand (op dezelfde manier ) ook aan de bodem.

Smeer de koekjes voor de voor- en achterkant – (één voor één) aan de onderkant en allebei de zijkanten – in met cement en plak ze op het bodemkoekje, tussen de zijwanden.

Duw de hoeken van de wanden netjes tegen elkaar aan en houd het huisje even vast tot het blijft staan.

Maak nog geen dak op het huisje, laat het daarvoor eerst minstens een minuut of 10 opstijven.

Plak intussen de andere huisjes in elkaar.

De daken:

Smeer de randen waar het dak op komt te liggen (dik) in met cement. (Zie de foto ergens hierboven.)

Pak de twee koekjes voor het dak. Smeer de lange kant van één van de koekjes in met cement voor de nok van het dak, duw het tweede koekje er tegen aan en plak ze samen het op het huisje.

Laat de huisjes nu een dag drogen (Tip: Plannen voor aan-, uit- en verbouw? Uitstellen: Plak schoorstenen, torens, deuren en dergelijke er pas de volgende dag op om instorting te voorkomen).


Dag 2: Decoreren.

Voor het decoreren geen recept, alleen wat tips:

Zet de huisjes op bordjes. Ze hoeven dan niet steeds vastgepakt worden als ze omgedraaid moeten worden.

Geef iedereen een eigen kommetje of kopje met een kleine portie cement en een theelepeltje om het snoep of de andere decoratie op de huisjes te plakken.  

Geef kleine kinderen alleen ‘grote’ snoepjes. Smeer voor de allerkleinsten de cement al vast (dik) op het huisje. Ze kunnen er dan zelf snoep op plakken.

Zachte ‘gum’snoepjes, rozijnen en gedroogde zuidvruchten kunnen met een schaar in stukjes geknipt worden.

Houten cocktailprikkers zijn handig om kleine beetjes ‘lijm’ aan te brengen of om kleine dingen mee aan te duwen (zoals) bijvoorbeeld decoratiekraaltjes.

Overgebleven en bij de bouw gesneuvelde koekjes kunnen gebruikt worden voor deuren, ramen, kerktorens enzovoorts.

Glazuur kan gebruikt worden voor fijne lijntjes en bijvoorbeeld ijspegels.  Spuit die op de koekjes met een wegwerpspuitzakken (of  zelfgemaakte spuitzakjes waar een heel klein puntje van afgeknipt is. Tip: Doe niet te veel glazuur in de spuitzak (dat is onhandig) en vervang hem  – als het een kliederpartij wordt – af en toe door een nieuwe.

BENODIGDHEDEN:

4 bordjes, zie: TIP (rechterkolom bovenaan)

een rol plastic huishoudfolie

een schaar

houten cocktailprikkers (niet echt nodig – maar wel erg handig)

wegwerpspuitzakken of  zelfgemaakte spuitzakjes (alleen nodig als er met glazuur gewerkt wordt)

De koekjes:

een pak rechthoekige theebiscuits (32 stuks)

Info: Voor 4 huisjes zijn 28 koekjes nodig, er zijn dus maar 4 ‘reserve’ biscuitjes.

Tip: Als kinderen zelf gaan bouwen sneuvelen er soms meer, koop een pak extra om teleurstellingen te voorkomen.

Voor de ‘cement’ en de glazuur:

250 gram poedersuiker

halvarine uit een kuipje (of iets dergelijks)

Info: ‘Cement’  wordt gebruikt voor het plakken van de koekjes en de decoratie. 

Roer voor een kleine portie cement drie en een halve (afgestreken) eetlepel poedersuiker en een halve (afgestreken) eetlepel halvarine in een (soep)kom stevig door elkaar.

Tip:  Eerst lijkt het niet te lukken, maar blijf toch even flink door roeren (de halvarine wordt dan een beetje warm en zo ontstaat er een lekker plakkerige smurrie).

Voeg – als de cement toch te droog is –  één of twee druppels water toe (doe er geen extra halvarine er bij, daar worden de huisjes vettig van)


Info: Glazuur kan voor de fijne afwerking gebruikt worden (om lijntjes, ijspegels en dergelijke te spuiten)

Roer voor een klein beetje glazuur – in een kommetje – 2 theelepels water door 3 afgestreken eetlepels poedersuiker.

Tip: Maak glazuur ongeveer zo dik als yoghurt. Voeg nog enkele druppels water toe als de glazuur te dik is Let op de glazuur wordt snel te dun (voeg als dat gebeurt extra poedersuiker toe om hem weer dikker te maken).

Decoratiemateriaal:

een assortiment kleine snoepjes ( een uitdeelzak met kleine zakjes met diverse soorten zachte ‘gum’snoepjes is een goed idee)

 

decoratiekraaltjes, gekleurde (mini) hagelslag en dergelijke (te vinden bij de bakproducten in de supermarkt)

 

voor gezonde huisjes:

 

noten Tip: Geschaafde amandelen zijn leuke dakpannen, maar let er wel op dat er hele snippers in de verpakking zitten.

 

blanke rozijnen, krenten, gedroogde abrikozen, enzovoorts (Let er bij gedroogde zuidvruchten op dat op de verpakking staat dat ze meteen gegeten kunnen worden (ready to eat), sommige soorten bevatten sulfiet en moeten eerst gekookt worden).