Paradijskorrels

Paradijskorrels     Aframomum Spp.
Paradijskorrels (ware grootte 3 – 4 millimeter)

De korrels groeien in peulen aan de plant. Op de foto zijn (circa 3 centimeter lange) volgroeide, droge peulen te zien.

Bloem (links) en jonge zaadcapsules (rechts)


Verkrijgbaar:

Sporadisch


Toepassing (in, op of met):

Blank vlees en gevogelte – vinaigrette – dressing – inmaak – groenten


Kruidenmengsels:

Marokko:

Ras el hanout


Specialiteiten:

Hippocras (een in de Middeleeuwen zeer geliefde gekruide dessertwijn). 

(Opmerking: Hoewel in de meeste hedendaagse recepten voor Hippocras geen spoor meer van paradijskorrels te bekennen is worden ze in oude receptuur wel degelijk vermeld. Bron: Le Menagier de Paris, 1393.)

Info:

Paradijskorrels waren vroeger in Afrika en Europa een gewaardeerde specerij in de keuken. Nu worden ze vrijwel alleen nog gebruikt in de landen van herkomst  ( Ghana, Liberia, Nigeria en Kameroen) en (in mindere mate, meestal in kruidenmengsels) ook nog wel in Marokko en Tunesië. 


Smaak: 

Kruidig, warm en pikant, peperig.  Heetheid 5


Gebruik:

Net als peper: Heel en dan voor consumptie verwijderen uit het gerecht of fijn gemalen (met een pepermolen). Tip: Liefst op het laatst toevoegen aan een warme bereiding (voor behoud van smaak en aroma).


Vervanging:

1 theelepel paradijskorrels (vermalen, in poedervorm) <—–> 1/2 theelepel witte of zwarte peper + 1/4 theelepel gemberpoeder (djahé).


Naam:

Plantkundig gezien zijn er twee soorten ‘Paradijskorrels’ namelijk:

Paradijskorrels (afkomstig van planten met de Latijnse naam Aframomum granum-paradisi)

en

Melegueta peper (van planten met de Latijnse naam Aframomum melegueta). 

Beide soorten lijken zo sterk op elkaar dat er in de kruidenhandel meestal geen onderscheid gemaakt wordt. 

Zowel Paradijskorrels als Melegueta peper worden verkocht onder de volgende namen:

Paradijskorrels – Grains of Paradise / Graine du paradis (Engels / Frans – graan van het paradijs), Poivre du paradis (Frans – peper van het paradijs – Maniguette / Malaguette (Frans) –  Melegueta pepper / peper (Engels / Nederlands) – Alligator pepper (Engels – krokodillenpeper) en Guinea Peper.


Weetje:

Paradijskorrels (en Melegueta peper) zijn inheems langs de westkust van Afrika. In het volgende verhaal worden beide soorten paradijskorrels genoemd.

Voordat de (van origine Aziatische) zwarte en witte peper Afrika bereikte werden paradijskorrels door heel Afrika verhandeld en gebruikt als ‘peper’.

Mede door de grote verscheidenheid van namen die ook vroeger al gebruikt werden is niet met zekerheid te zeggen wanneer de paradijskorrels  Europa bereikten.

Hoogstwaarschijnlijk was dat al in de vroege Middeleeuwen (of zelfs eerder) en werden de paradijskorrels toen van de Afrikaanse Westkust over land noordwaarts via de Sahara vervoerd naar Europa. ( de namen Maniguette, Malaguette en Melegueta zouden verwijzen naar Mali dat op de route naar Europa ligt).

Pas na 1200 zijn er echte bewijzen – zoals voorraadlijsten, boekhoudingen en later recepten – dat paradijskorrels ook in Europa gebruikt werden.

De opkomst van de grote zeilvaart aan het eind van de Middeleeuwen zorgde er voor dat de paradijskorrels in Europa ruim voorhanden kwamen. Ze kregen toen de naam ‘graan van het paradijs’. 

Weetje: DAfrikaanse Westkust werd in die tijd gemakshalve ingedeeld naar wat er vandaan kwam, zo had je: De  Graan(of peper)kust (nu Liberia) – de Goudkust (nu Ghana) – de Slavenkust (nu deels Nigeria, Togo en Benin ) en Ivoorkust (die naam bestaat nog, maar de olifanten zijn er wel zeldzamer geworden).

Ook nadat in de 16e eeuw de Aziatische zwarte peper in Europa door zeeschepen aangevoerd werd waren de goedkopere paradijskorrels nog lang een geduchte concurrent voor de veel duurdere zwarte peper. 

Uiteindelijk zijn ze toch vrijwel overal (zelfs in veel landen in Afrika) vervangen door zwarte peper of hete pepers (zoals cayenne- en chilipeper).

Helemaal weg uit Europa zijn de paradijskorrels niet. Ze werden namelijk ook veelvuldig gebruikt bij het brouwen van bier, het stoken van drank en toegepast in wijn en likeur. Dat gebeurt – weliswaar op kleinere schaal – nu nog steeds. Zo worden paradijskorrels bijvoorbeeld in Scandinavië gebruikt bij het vervaardigen van Aquavit.


Plant:

Een tropische plant die familie is van de gember- en kardemomplanten. De plant wordt zo’n meter hoog en heeft – net als gember – een grote wortelstok waar stengels met lange, puntige bladeren uit groeien. Er komen roze bloemen aan die gevolgd worden door een bosje peulen die talrijke zaden bevatten.