Bruibare delen:

Blad, takjes met blad.

Verkrijgbaar:

Vrijwel elke supermarkt: Gedroogd bonenkruid

(Sommige) grotere supermarkten:

Soms vers.

Zomers in tuincentra etc. : Planten in pot

Toepassing (in, op of met):

Soep (groenten, linzen) – dressing – kruidenazijn – eieren (gevulde, omelet) – kaas (geitenkaas) – vis – vlees (lam, varken) – kip, kippenlever – groenten ( tuinbonen, sperziebonen, alle droge bonen, linzen, uien, wortelen).

Er is zomer- en winterbonenkruid. De smaak van beide soorten verschilt nauwelijks.

Smaak:  

Naar tijm en wat peperig, vooral het winterbonenkruid. Maar …. de peperige smaak verdwijnt door koken.

Goed te combineren met: Andere sterk smakende kruiden zoals peterselie, knoflook en bieslook. 

Gebruik:

Takjes met blaadjes of blaadjes (eventueel klein gesneden) in gerechten meekoken of stoven. Verwijder de takjes voor consumptie. 

Fijn gesneden jonge blaadjes kunnen rauw gebruikt worden, maar ze zijn niet erg mals.

Vervanging:

Bonenkruid ———> Tijm.

Naam: Bonenkruid wordt ook wel Kunne, Koele, Peperkruid,  Scharekruid en Tuinbonenkruid genoemd

Plant:

Er is een eenjarige plant: Zomerbonenkruid (Satureja hortensis) –  die in de winter doodgaat en elk jaar opnieuw gezaaid moet worden.

Daarnaast is er:  Winterbonenkruid (Satureja montana) – een een struikachtige, vaste plant die zo’n tot 30 – 40 centimeter hoog wordt. Deze plant houdt ‘s winters zijn lichtgrijsgroene blad. Als alles goed gaat tenminste, want de naam  ‘winterbonenkruid’ is wat ongelukkig gekozen. De plant is in Nederland alleen in zachte winters (op een beschutte plaats) echt winterhard.

Groeit in: Warme gematigde streken: Zuid Europa 

Vermeerderen: Zaaien, stekken, scheuren.

Oogst: Takjes met blaadjes.