Havermoutkoekjes

RECEPT VOOR circa 24 koekjes 

VOORBEREIDEN: Op tijd margarine uit de koelkast halen (zie links onder de BENODIGDHEDEN).

BEREIDEN:
Haal de bakplaat uit de oven en vet de bakplaat in:

Giet een eetlepel olie op de bakplaat en gebruik een stukje keukenpapier of een schoon kwastje – dus een oude verfkwast is geen goed idee – om de olie uit te smeren.

(Tip: Als er geen olie is kan je de bakplaat ook met margarine invetten. Maak het pakje aan één kant open, laat de rest van het papier zitten om het pakje vast te houden. Met de open kant van het pakje margarine op de plaat wrijven).

Goed controleren of je alles geraakt hebt !

Parkeer de bakplaat ergens waar je straks bij kan (als er plaats genoeg is op het werkblad anders bijvoorbeeld op de kookplaat of het gasfornuis).

Weeg de suiker af.

Pak de schaal met margarine en doe de suiker bij de margarine in de schaal.

Scheur het zakje vanillesuiker open en doe de vanillesuiker bij de boter en de suiker in de schaal.

Prak met een vork de suiker en margarine door elkaar tot het een zachte smurrie is geworden.

Pak een kommetje (een soepkom is een goed idee).

Pak het ei en tik met de zijkant van het ei op de rand van het kommetje.

Breek het ei boven het kommetje open en laat de inhoud in het kommetje glijden.


Controleer of er scherven van de eierschaal bij het ei zitten en vis ze er met de gebroken eierschaal uit als ze er zijn.

Giet het ei bij het botermengsel in de schaal.

Weeg het zelfrijzend bakmeel en de havermout af en doe ze ook bij het botermengsel.

Pak de vork en een lepel en meng de inhoud van de schaal door elkaar (gebruik de lepel om de margarine die nog aan de bodem vast plakt los te schrapen).


Stop met mengen als alle boter met bakmeel bedekt is en het deeg aan elkaar gaat klonteren.

Schep 2 lepels bakmeel op een bord en wrijf de binnenkant van je handen er mee in.

Kneed het deeg nu verder met de handen tot je er een grote deegbal van kan maken. (Tip: Voeg – alleen als het echt niet lukt en het deeg brokkelig blijft – een eetlepel water toe).

Scheur een stukje van het deeg af en weeg het: 20 gram is genoeg voor een koekje.

Wentel het stukje deeg even door het bakmeel in het bord en draai er tussen de handpalmen een rond balletje van.

Leg het balletje als het klaar is op het bord met bakmeel en gebruik het als voorbeeld voor de volgende balletjes ( hoef je niet steeds weer deeg te wegen – de balletjes hoeven niet allemaal precies even groot te zijn).

Maak van de rest van het deeg ook balletjes en leg die balletjes op de bakplaat (geeft niet waar je ze legt).

Als alle balletjes klaar zijn de balletjes netjes over de bakplaat verdelen en ze even een beetje aandrukken zodat ze niet meer wegrollen, vergeet niet om het voorbeeld-balletje er bij te leggen.

Klaar? Handen wassen !

Haal alles wat in de oven zit uit de oven (ook het rooster).

Doe de oven aan: Zet een gasoven op stand  4 – zet een elektrische oven op 175 graden Celsius.

Pak een schone vork en maak de vork nat met koud water.

Druk de balletjes er mee plat, ze moeten ongeveer een centimeter dik zijn (dat is zo dik als een potlood).

Als je de koekjes in een gasoven bakt is de oven nu heet genoeg, een elektrische oven heeft een lampje waar je aan kan zien of de oven heet is.

Een ovenhandschoen aandoen of een pannenlap gebruiken om de ovendeur open te doen.

De bakplaat in het midden van de oven schuiven en de ovendeur dicht doen – pas op de deur is heet.

Op de klok kijken of een keukenwekker zetten, de koekjes moeten ongeveer 15 minuten bakken.

Let na 10 minuten bakken goed op de koekjes: Als de dunne buitenrand van de koekjes donkerder bruin wordt dan het midden van de koekjes dan zijn ze goed.
Tip: 

Als de oven geen ruit heeft kan je er na 10 minuten bakken af en toe even in kijken, het bakken duurt dan meestal wel iets langer omdat de oven afkoelt als je de deur opendoet (pas op is heet).

Als de koekjes goed zijn de oven uit zetten, twee ovenhandschoenen of pannenlappen gebruiken en de bakplaat uit de oven halen.

Wacht 5 minuten en maak daarna de koekjes met een pannenkoekenmes los van de bakplaat. 

Tip: Je kan ze op de bakplaat af laten koelen maar het gaat vlugger als je ze op het rooster van de oven legt (buiten de oven).

INFO:

Dit recept is zo geschreven dat je als beginnende koekjesbakker zelf lekkere koekjes kan maken.

Als je een erg jeugdige koekjesbakker bent is het slim om iemand die ‘Groot en Handig’ is bij de blauw geschreven stukken in het recept te laten helpen. 


BENODIGDHEDEN:

 

EEN KEUKENWEEGSCHAAL

EEN OVEN

DE BAKPLAAT VAN DE OVEN
EEN MES – oeps ! 
EEN KOMMETJE
EEN GROTE SCHAAL
2 x EEN VORK
EEN LEPEL
PANNENLAPPEN OF OVENHANDSCHOENEN
EEN PANNENKOEKENMES

100 gram margarine (een stuk van een pakje margarine) op kamertemperatuur zie:Tip 
125 gram suiker + 1 zakje vanillesuiker
1 groot ei
100 gram zelfrijzend bakmeel
100 gram havermout (snelkokende)
2 eetlepels bakmeel
1 eetlepel olie om in te vetten
(of margarine als je geen olie hebt)

 

Tip:
Margarine die in de koelkast ligt is veel te hard om deeg van te maken.

Margarine moet je ten minste een uur – langer mag ook – voordat je aan het deeg begint uit de koelkast halen en ‘op kamertemperatuur’ laten komen.

Snijd 100 gram margarine van een pakje margarine af – er staan streepjes op het pakje waar je aan kan zien hoeveel je af moet snijden. ( ! bij twijfel kan je de margarine natuurlijk ook even wegen).

Doe de margarine in een grote schaal waar je straks het deeg in gaat maken.

Leg een bord op de schaal en laat de schaal in de keuken staan tot je aan de koekjes begint.

 

Tip:

Als er alleen maar kleine eieren zijn kan je in plaats van het grote ei 1 klein ei en 1 eetlepel water in het deeg doen.